Joke den Haan:
Geniepige tumorcellen te lijf met vaccin
“Het is al mogelijk gebleken om in muizen een zodanig sterke afweerrespons op te wekken met ons vaccin, dat de tumor niet kon uitgroeien”
Als kankercellen niet zo geniepig zouden zijn, zou onze afweer er allang korte metten mee hebben gemaakt. ‘Helaas onttrekken tumoren zich aan de basale regels van de immunologie’, weet Joke den Haan, als immunoloog verbonden aan Amsterdam UMC. Toch heeft zij goede hoop dat er op termijn een soort vaccin kan worden ontwikkeld waarmee het eigen lichaam wordt aangezet om tumorcellen wél aan te vallen.
Iedere patiënt een eigen vaccin
‘Om zo’n afweerreactie tegen tumorcellen met een vaccinatie op gang te brengen, zijn er drie dingen nodig’, stelt Den Haan. ‘Ten eerste heb je een antigen nodig dat door de afweer als “lichaamsvreemd” wordt herkend. Daarvoor bestaat helaas geen universeel antigen. Als er in de toekomst een kankervaccin zal komen, dan is dat waarschijnlijk voor iedere patiënt een ander vaccin.’
Een tweede voorwaarde is een voldoende sterke reactie van het immuunsysteem. ‘Tumorcellen weten de natuurlijke afweer te onderdrukken. Het zomaar inspuiten van een eiwit dat je van het oppervlak van een tumorcel hebt gehaald, zal zeker geen goede immuunrespons op gang brengen. Met speciale toevoegingen aan een vaccin, de zogeheten adjuvantia, zullen we die respons op een potentieel vaccin moeten versterken’, aldus Den Haan.
De derde voorwaarde is het specifieke onderzoeksterrein van de groep van Den Haan. ‘Min of meer bij toeval zijn we erachter gekomen dat we de antigenen van een tumorcel aan heel specifieke macrofagen moeten aanbieden voor de beste respons. In eerste instantie keken we naar dezelfde dendritische cellen als waar de groep van Yvette van Kooyk naar kijkt. Tot we erachter kwamen dat deze speciale macrofagen veel efficiënter de antigenen kunnen opnemen en op hun beurt aan de dendritische cellen doorgeven. Vervolgens zullen de dendritische cellen de antigenen aan “killer T-cellen” presenteren en komt de gewenste afweer op gang.’
Suiker als adreslabel
Om zo efficiënt mogelijk de antigenen naar de macrofagen te sturen, voorzien Den Haan en collega’s de antigenen voor een toekomstig vaccin van een slim adreslabel. ‘Dat adreslabel is een specifieke suikermolecule, dat door macrofagen wordt herkend, waarna het aan het afweersysteem wordt aangeboden.’
Den Haan waarschuwt dat een ‘kankervaccin’ nog lang niet op de schappen van de apotheek ligt. ‘We hebben al wel successen geboekt in menselijke bloedcellen in een kweeksysteem. Daaruit bleek dat het experimentele antigen inderdaad op een goede manier aan de afweercellen kan worden gepresenteerd. En ook in muismodellen hebben we al successen geboekt. Het is al mogelijk gebleken om in muizen een zodanig sterke afweerrespons op te wekken met ons vaccin, dat de tumor niet kon uitgroeien. Daarmee heb je aan een belangrijke basisvoorwaarde voor succesvolle vaccinatie voldaan. Maar om met sceptisch ingestelde collega-wetenschappers te spreken: in een muis zijn tumoren makkelijker te behandelen dan in een mens. We zijn er dus nog zeker niet, ook al zijn de voortekenen vooralsnog gunstig.’
Den Haan waarschuwt dat een ‘kankervaccin’ nog lang niet op de schappen van de apotheek ligt. ‘We hebben al wel successen geboekt in menselijke bloedcellen in een kweeksysteem. Daaruit bleek dat het experimentele antigen inderdaad op een goede manier aan de afweercellen kan worden gepresenteerd. En ook in muismodellen hebben we al successen geboekt. Het is al mogelijk gebleken om in muizen een zodanig sterke afweerrespons op te wekken met ons vaccin, dat de tumor niet kon uitgroeien. Daarmee heb je aan een belangrijke basisvoorwaarde voor succesvolle vaccinatie voldaan. Maar om met sceptisch ingestelde collega-wetenschappers te spreken: in een muis zijn tumoren makkelijker te behandelen dan in een mens. We zijn er dus nog zeker niet, ook al zijn de voortekenen vooralsnog gunstig.’
Fotografie: Jochem de Vet / KWF Kankerbestrijding
“Als er in de toekomst een kankervaccin zal komen, dan is dat waarschijnlijk voor iedere patiënt een ander vaccin.”