Juan Garcia Vallejo:
"Toon mij uw afweercellen en ik zeg u wie u bent"
De mogelijkheden om een individu te beschrijven zijn al eindeloos en worden nog iedere dag uitgebreider.
Waar een filosoof iemand misschien zal willen beschrijven aan de inhoud van zijn of haar boekenkast, doet een bioloog, of beter, een geneticus, dat misschien liever aan de samenstelling van iemands genen. Na die zogeheten ‘genomics’, kwamen onder meer de eiwitten, of proteomics, en ook de producten van iemands stofwisseling: de metabolomics. Yvette van Kooyk heeft daar inmiddels ook de glycomics aan toegevoegd: de karakterisering van de suikers op iemands afweercellen. Een van de jongste loten aan deze boom van verschillende ‘-omics’ is de karakterisering van verschillende immunologische celtypen: de cytomics. Universitair hoofddocent Juan Garcia Vallejo leidt het laboratorium bij Amsterdam UMC dat deze karakterisering mogelijk maakt . Yvette van Kooyk is de oprichter van het laboratorium.
Veertig celtypen tegelijk
‘Cytomics is in beeld gekomen door de nieuwste laboratoriumtechniek, waarmee we in één run tot wel honderd verschillende celtypen kunnen analyseren’, legt Garcia Vallejo uit. ‘In de “klassieke” flow cytometrie konden we met een beetje goede wil tot tien verschillende celtypen in één keer kleuren en tellen. Maar doordat we nu met antilichamen veel meer verschillende markers kunnen plakken op afweercellen, is het mogelijk om in één klap een goede, dekkende karakterisering te maken van de afweer in een bepaald weefsel of in een bloedmonster.'
Diverse universiteiten en onderzoeksinstellingen gebruiken de laboratoriumfaciliteit om celtypen in kaart te brengen. Juan Garcia Vallejo gebruikt zelf de cytomics om verschillende weefsels rond hersentumoren te karakteriseren. ‘In de afgelopen jaren hebben we de weefsels van 180 patiënten met hersentumoren na operatie cytologisch geanalyseerd. Op die manier zijn we er achter gekomen dat mensen met een agressief glioblastoom, te onderscheiden zijn naar het type afweercellen in hun cytoom. De aanwezigheid van specifieke B-cellen blijkt samen te hangen met of ze wel of niet op een bepaalde behandeling reageren.’
“Diverse universiteiten en onderzoeksinstellingen gebruiken het laboratorium van Amsterdam UMC om celtypen in kaart te brengen.”
‘Immunoatlas’ van hersentumoren
Dit soort kennis geeft volgens Garcia Vallejo mogelijk ook aanwijzingen in welke richting het ontstaan van en de therapie bij verschillende tumoren gezocht moet worden. ‘Als je weet welke celtypen in meer of mindere mate aanwezig zijn in specifieke weefsels en bij specifieke tumoren, kun je hopelijk ook ontdekken welke celtypen een centrale rol spelen en waar de mogelijke achilleshielen van een tumor zitten.’
Om dit concept verder uit te werken, is Garcia Vallejo deze zomer begonnen aan het opstellen van een ‘functionele atlas van hersentumoren’. ‘Dan moet je niet denken aan een anatomische atlas, maar meer een beschrijving van tumoren en omliggende weefsels in termen van immunologische celtypen. De tumor zelf heeft andere immunologische karakteristieken dan het aangrenzende weefsel, wat op zijn beurt weer anders is dan het zwarte dode weefsel of het omliggende weefsel dat heel veel of juist heel weinig bloedtoevoer krijgt van de tumor. Wanneer we die verschillen nauwgezet in kaart kunnen brengen, geeft dat misschien ook aanwijzingen hoe we heel lokaal weefsels kunnen behandelen nadat een hersentumor is weggesneden.’
“Als je weet welke celtypen aanwezig zijn in specifieke weefsels en bij specifieke tumoren, kun je hopelijk ook ontdekken waar de mogelijke achilleshielen van een tumor zitten.”