3/9
  • Pages
  • Editions
01 Cover
02 Over Anna
03 Enquête
04 Expertmeeting
05 Lezing 2021
06 Kenniscafé
07 Winnaars 2021
08 TvZ abo
09 Nawoord

Enquête uitkomsten

Hoe zien verpleegkundigen hun leiderschapsrol?

In hoeverre beschouwen verpleegkundigen in Nederland hun rol als leidend bij de uitvoering van hun klinische taken? Dat is onderzocht in een enquête, uitgevoerd door Amsterdam UMC in samenwerking met de V&VN.

In de loop der jaren hebben diverse studies aangetoond dat klinisch leiderschap van verpleegkundigen bijdraagt aan de kwaliteit van zorg en een veilig werkklimaat. Immers: omdat zij 24/7 aan het bed staan, kunnen ze het verschil maken. Bovendien draagt klinisch leiderschap bij aan het werkplezier: verpleegkundigen die verbeteringen initiëren, halen meer voldoening uit hun werk. Toch is er nog steeds relatief weinig aandacht voor het erkennen en stimuleren van verpleegkundig leiderschap. Misschien niet zo gek. Deze vorm van leiderschap is immers niet af te lezen aan je functietitel, je positie of je badge, zoals de Australische onderzoeker David Stanley het verwoordde; het gaat over je houding en aanpak op de werkvloer.

Respondenten

In de enquête van deze 23ste Anna Reynvaanlezing zijn Nederlandse verpleegkundigen bevraagd over hun leiderschap in het dagelijkse werk. De enquête is uitgezet onder leden van beroepsvereniging V&VN. Een kleine 500 verpleegkundigen nam deel aan deze landelijke inventarisatie. Het grootste deel van hen werkt in een ziekenhuis in de directe patiëntenzorg (88%), waarvan 63% in een academisch medisch centrum en 28% in een perifeer ziekenhuis. De meeste respondenten hebben meer dan 10 jaar werkervaring (72%). In de enquête beantwoordden zij vragen over hun houding en aanpak (bijv. 'in hoeverre stel ik kritische vragen over opdrachten of behandelingen?), de communicatie en omgang met collega's en patiënten en hun zelfbeeld. Met als hamvragen: in hoeverre beschouw je jezelf als klinisch leider en vertoon je leiderschap in je dagelijks werk?

Klinisch leiderschap

Ruim een op de vijf verpleegkundigen (22%) gaf aan zichzelf zeker als klinisch leider te beschouwen; nog eens 47% was het hier grotendeels mee eens. Een mooi resultaat, maar het laat ook zien dat er nog veel te winnen is. "Ik hoop dat we er de komende jaren naartoe werken dat iedere verpleegkundige haar of zijn eigen leiderschapskwaliteiten onderkent!", reageert onderzoeker Annemarike Seller-Boersma. De enquête liet alvast zien dat kansen voor groei volop aanwezig zijn. Uit de resultaten blijkt dat de respondenten in de communicatie met zorgcollega's en familieleden van patiënten over belangrijke leiderschapskwaliteiten beschikken, zoals het inspireren tot een gemeenschappelijke visie op behandelingsdoelen, het goede voorbeeld geven en anderen in staat stellen om te handelen. Zo'n driekwart van de respondenten zorgt voor positieve feedback op handelingen die bijdragen aan het welbevinden van patiënten en hun naasten.