Kenniscafé
Infectiepreventie is van iedereen

Hoe houd je infectiepreventie onder de aandacht op je afdeling zonder te vervallen in een politieagent-rol? Verpleegkundig contactpersonen en deskundigen infectiepreventie, teamleiders en andere zorgverleners spraken hierover met elkaar in het Kenniscafé op 10 mei.
Schone handen aan het schone bed: sinds grondleggers Florence Nightingale en Anna Reynvaan hygiëne in de 19e eeuw op de kaart hebben gezet, heeft infectiepreventie een grote rol in de verpleegkunde. Hoewel in hun tijd nog relatief weinig bekend was over bacteriën en virussen, geloofden zij al in het nut van handen wassen, schone uniformen en goed geventileerde ruimtes. "Dankzij Reynvaan veranderde het donkere Binnen Gasthuis in een lichte, frisse omgeving", vertelt Annamarike Seller-Boersma (verpleegkundig directeur Amsterdam UMC) aan het begin van de bijeenkomst. Ze geeft enkele inspirerende voorbeelden van het werk van de grondleggers van de verpleegkunde en vraagt de zaal vervolgens om na te gaan door wie zij zich hebben laten inspireren in hun verpleegkundige loopbaan.
Weerstand
Aan een van de gesprekstafels roept deze vraag al snel herinneringen op aan inspirerende opleiders. Zorgverleners die in de hectiek konden roepen: 'nu eerst een kop thee om na te denken en dan pas handelen'. Die dwars door de weerstand van anderen heen met een glimlach het goede voorbeeld bleven geven. Welke lessen zijn er uit te trekken als het gaat om volharding in infectiepreventie op je afdeling? 'Cippers' (verpleegkundig Contactpersoon Infectie Preventie op afdelingen) voelen zich vaak alleen staan, zo wordt al snel duidelijk aan de gesprekstafels. Het inspireren en ondersteunen van hun afdelingscollega’s bij infectiepreventie, dat gaat niet zonder slag of stoot. "Het is vervelend om als een soort politieagent steeds weer op dezelfde dingen te hameren", verwoordt een van de aanwezigen. "Schoon werken klinkt simpeler dan het in de praktijk is", zegt een ander.

Belemmeringen
Tussen protocol en praktijk liggen allerlei belemmeringen die het hygiënisch werken kunnen doorkruisen. Betreft het onduidelijkheid over instructies of de veelheid aan handelingen die het volgen van hygiëne-protocollen doorkruisen? Dan wordt al snel besloten een klinische les in te zetten om kennis en bewustzijn te vergroten. "Maar hoe krijg je je zaaltje vol als er structureel tijdgebrek is? De zorg gaat immers altijd voor", verzucht iemand. Gelukkig zijn er meer en ook speelsere mogelijkheden om het onderwerp levend te houden. Er worden tot de verbeelding sprekende voorbeelden gedeeld: "Wie is de mol: valt het op dat er iemand oorbellen draagt, of haar haar los heeft?" "Een speurtocht: wie vindt het smerigste plekje op de afdeling?" "Een Kahoot-quiz." "Een focus-maand waarvoor het hele team meedenkt over de invulling." ‘Dipper’ (Deskundige Infectiepreventie) Mireille Dekker: "Schakel ons in als je ideeën nodig hebt! Wij hebben een mooie toolbox waaruit je kunt putten."
Witte stoet
Het is mooi als je team infectiepreventie goed tussen de oren heeft zitten, maar dan ben je er nog niet. "Wat doe ik met die 'witte stoet' aan artsen en fysiotherapeuten die over de afdeling trekt?", vraagt iemand zich vertwijfeld af. "Ik kan toch niet bezig blijven om als een politieagent bij de deur te staan om iedereen aan te spreken die zich niet aan de voorschriften houdt?" Irene Jongerden (Public and occupational health) benadrukt daarop nogmaals dat infectiepreventie 'van iedereen' is. "Cippers staan al snel in de 'ik'-stand: ik spreek aan, ik leg uit, ik ondersteun. De uitdaging is: hoe kunnen jullie in de wij-stand komen?" In het voorbeeld van het 'witte stoet'-probleem komen er al snel geslaagde praktijkvoorbeelden: "Als we merken dat er zo'n trend is, zoeken we het hogerop. Dan kijken we wie er een bericht kan uitsturen dat dit anders moet." "Wij vragen onze eigen arts dan om een klinische les te verzorgen voor haar vakgenoten." Van het ik-denken naar het wij-denken: dat is een voorwaarde voor het doorbreken van de politieagentrol van cippers. Infectiepreventie is en blijft een gedeelde verantwoordelijkheid. "Dus laten we vooral goede praktijkvoorbeelden met elkaar blijven delen", besluit Mireille Dekker.