Mevrouw Vorstermans-van Empelen:
“Goed dat de arts zélf beslist”
Mevrouw Vorstermans-van Empelen (82) was een van de eerste patiënten die mede op basis van kunstmatige intelligentie werd ontslagen van de Intensive Care (IC). Als een van de weinigen wist ze dit ook. We ontmoeten haar thuis, twee maanden later.
“Ik vind het prima hoor”, zegt Vorstermans-van Empelen als we haar vragen hoe ze het vindt dat een softwareprogramma een rol heeft gehad in haar ontslag van de IC. “Het is ook helemaal niet zo gek. Een arts kan zich ook vergissen. Maar het is wel goed dat eerst de arts zelf beslist. En dat ze daarna pas de computer vragen. Andersom zou ik dat nog niet zo vertrouwen.” Dat zou haar het gevoel hebben gegeven dat de arts zich te veel zou laten leiden door de computer. En niet meer zelf zou nadenken, legt ze uit. Van een van de bedenkers van het softwareprogramma, intensivist en dataonderzoeker Patrick Thoral, begrijpen we dat het systeem ook precies zo bedoeld is. Als een soort second opinion.
Praten over vroeger
Vorstermans-van Empelen kwam in augustus 2022 op de IC terecht. Als COPD-patiënt heeft ze al haar hele leven longklachten. En een aantal jaar geleden herstelde ze van longkanker. Toen ze afgelopen zomer voelde ‘dat er iets niet goed was’, ging ze met haar zoon naar de Spoedeisende hulp. Net op tijd, vertelt ze. “Vanaf het moment dat we daar kwamen, kan ik me niets meer herinneren. Ik heb twee dagen in coma geleden. Ik werd wakker op de Intensive Care.” Ze bleek een te hoog CO2-gehalte in haar bloed te hebben. “Nou, daar voel je je behoorlijk beroerd van.” Nadat ze wakker werd, bleef ze nog een aantal dagen op de IC om te herstellen. Dat ging goed. Ze vond het er zelfs wel fijn. “Ik vond het wel gezellig. Er was tv en ik lag vlak bij de balie. Vaak kwamen artsen en verpleegkundigen even een praatje maken. Bijvoorbeeld over hoe het vroeger ging. Want daar ben ik van, hè.”
Alles met de hand
Vorstermans-van Empelen werkte zelf jarenlang in de zorg. Had ze het in haar tijd ooit voor mogelijk gehouden dat computersystemen en data zo’n rol zouden gaan spelen in de zorg? “Nee, natuurlijk niet”, zegt ze. “We hadden toen, in de jaren 60, niet eens computers. Alles ging met de hand.” Niet dat ze vindt dat alles er door de automatisering op vooruit is gegaan. “Wij deelden medicijnen gewoon uit, noteerden alles handmatig en waren in recordtijd klaar. Nu met de computer zijn ze uren bezig.”
Toch ziet ze zeker in dat de technologische ontwikkelingen belangrijk zijn. En dat werken met data de zorg vooruit kan helpen. “Zolang ze het maar wel goed beveiligen,” zegt ze met klem. “Dat is echt belangrijk. Je hoort zoveel over dat ‘hacken' en noem maar op.”
Dwarsfluit spelen en reizen naar Bonaire
Toen Vorstermans-van Empelen thuiskwam uit het ziekenhuis, ging het redelijk goed met haar. Helaas voelt ze zich nu minder goed. Om heel andere redenen moest ze tijdelijk naar een verzorgingshuis. “De fut is eruit”, zegt ze. “Ik wil wel van alles, maar m’n lichaam doet niet mee.” Het liefst zou ze weer meer zelf doen. Zonder rollator boodschappen doen. Of dwarsfluit spelen, zoals ze altijd deed. “Mijn longen zijn zo achteruit gegaan, dat lukt niet goed meer. Maar ik ga het nog wel doen hoor.” Ook zou ze graag haar nicht opzoeken op Bonaire. “Ik heb altijd veel gereisd. Dat kon ik goedkoper, omdat mijn man bij KLM werkte. Die man die daar aan de muur hangt; dat is hem.” Of die reis er nog inzit? “Eerst maar even afwachten wat de longarts erover zegt. Maar, je weet maar nooit.”
Wil je dit magazine automatisch per mail ontvangen? Meld je hier aan >