Futureproof
Software als second opinion
De arts blijft altijd eindverantwoordelijk
Op de Intensive Care (IC) van Amsterdam UMC hebben ze iets nieuws: een computerprogramma dat aangeeft of een patiënt veilig van de IC overgeplaatst kan worden naar een gewone verpleegafdeling. Patrick Thoral en Paul Elbers, allebei intensivist en datawetenschapper, vertellen hoe dit zit.
Patrick Thoral en Paul Elbers
Overplaatsing van de IC naar een andere afdeling doe je niet zomaar. Een patiënt gaat van een afdeling waar die continu in de gaten gehouden wordt door machines, naar een plek waar dat veel minder is. Soms blijkt achteraf dat een patiënt hier eigenlijk nog niet helemaal aan toe was. Dan kan het zijn dat hij of zij weer terug moet naar de IC. “Dat is echt niet wat je wil”, zegt Patrick. “Natuurlijk vanwege het personeels- en beddentekort. Maar vooral voor de patiënt zelf. Vaak komen mensen veel slechter terug dan dat ze gingen. Met een grotere kans op overlijden. Aan de andere kant wil je mensen niet te lang op de IC houden, vastgekoppeld aan al die apparaten. Je geeft patiënten natuurlijk het liefst hun ‘vrijheid’ weer terug.” “Eigenlijk moet een ontslag van de IC precies op het juiste moment gebeuren. Zowel voor het ziekenhuis als voor de patiënt”, voegt Paul toe.
Voorspellen met data Zo’n vijf jaar geleden startten Patrick en Paul een onderzoek om met hulp van data dit moment zo nauwkeurig mogelijk te kunnen bepalen. Hiervoor gebruikten zij alle opgeslagen gegevens van IC-patiënten in Amsterdam UMC. Denk aan hartslagmetingen, bloeddruk, temperatuur, zuurstofgehalte en de gegevens van de behandelingen zoals medicatie, beademing en dialyse. Gegevens die door al die apparaten en de zorgverleners toch al werden geregistreerd en opgeslagen in het elektronisch patiëntendossier van het ziekenhuis. Al die gegevens werden gecombineerd, geanalyseerd en verwerkt tot modellen op basis van kunstmatige intelligentie. In samenwerking met de Amsterdamse softwareontwikkelaar Pacmed ontwikkelden zij daarna een programma dat aangeeft of een patiënt echt klaar is voor ontslag. Een belangrijk hulpmiddel voor de arts. Patrick: “De software is eigenlijk een soort second opinion. Een ontslag wordt altijd bepaald door een heel team. En de arts blijft eindverantwoordelijk."
Een ontslag van de IC moet precies op het juiste moment gebeuren
Door veel data te vergelijken kunnen we snel zien welke behandeling het beste geschikt is
Allereerste ter wereld Sinds augustus 2022 wordt er op de IC van Amsterdam UMC echt gewerkt met de ontslagsoftware. Hiermee is Amsterdam UMC de allereerste ter wereld waar kunstmatige intelligentie op een IC in de praktijk wordt gebruikt. Ook andere ziekenhuizen zijn geïnteresseerd. Goed nieuws, want Paul en Patrick verwachten dat door de software het aantal heropnames enorm zal dalen. Van 5 tot 10% nu, naar mogelijk 2 tot 8% straks. Dat scheelt landelijk duizenden patiënten per jaar die in een slechtere conditie weer opgenomen moeten worden. Het gaat dan vooral om patiënten die ongepland op de IC terechtkwamen. Bijvoorbeeld door een bloedvergiftiging, een longontsteking door bacteriën of door een virus zoals corona. Ook voor andere beslissingsmomenten op de IC is dit soort software heel geschikt. Wanneer kan iemand van de beademing af? Heeft iemand meer of minder vocht nodig? Volgens Patrick en Paul zou het kunnen dat ook dit soort besluiten over 5 tot 10 jaar gemaakt worden met hulp van data.
Bescherming van gegevens De veiligheid van data staat bij dit soort onderzoeken bovenaan. “Het is zelfs een van de redenen waarom de ontwikkelingen zo langzaam gaan”, vertelt Patrick. “Een medisch hulpmiddel zoals de ontslagsoftware gaat door allerlei testfases. En moet gekeurd worden voor de CE-markering. Dat krijg je alleen als het voldoet aan alle Europese wet- en regelgeving op het gebied van privacy en bescherming van gegevens. En wanneer je laat zien dat de software werkt en veilig is.” Paul: “Met gegevens gaan we heel zorgvuldig om. Tijdens de ontwikkeling zijn de gegevens volgens de richtlijnen ‘gepseudonimiseerd’. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld namen, geboortedata en adressen worden verwijderd. Daarnaast blijven de patiëntgegevens die wij gebruiken in Amsterdam UMC ook binnen Amsterdam UMC. Alles wordt bijvoorbeeld opgeslagen op servers die hier in het ziekenhuis zelf staan.”
Landelijke database van IC’s Als datawetenschappers zijn Patrick en Paul continu bezig met onderzoek om de IC-zorg te verbeteren. En daarvoor geldt: hoe meer data er beschikbaar is, hoe beter en nauwkeuriger het onderzoek. Een van de initiatieven die hieraan bijdragen, is The Dutch ICU Data warehouse. Dit is een samenwerking tussen Nederlandse IC’s om zoveel mogelijk data te combineren en te analyseren. Met als doel te kunnen onderzoeken welke behandeling voor welke patiënt op welk moment de beste is. “Die samenwerking ontstond tijdens corona”, vertelt Paul. “Door toen veel data te vergelijken konden we snel zien welke behandeling geschikt was voor coronapatiënten. Bijvoorbeeld wat het beste moment was om iemand van de beademing af te halen. Of wat de vooruitzichten waren.” Dankzij de samenwerking tussen de IC’s is het ook mogelijk om snel inzichten te krijgen voor andere ziektes. En dus toekomstig ernstig zieke patiënten zo goed mogelijk te behandelen.
Zorg op maat Door steeds meer en beter gebruik te maken van data, kunnen zorgverleners meer zorg op maat bieden, zeggen Patrick en Paul. “Voor zorgverleners wordt het makkelijker en leuker. En voor de patiënt steeds beter. Want écht kunnen bepalen wat voor de patiënt de beste keuze is? Dat kan pas als je het kunt vergelijken met de ervaring van duizenden, misschien wel miljoenen andere patiënten en artsen.”
Veiligheid van data is een van de redenen waarom de ontwikkelingen zo langzaam gaan