Wil Ruisendaal:

“Als je nu ziet wat ik allemaal kan”

Wil Ruisendaal is taalambassadeur voor de stichting ABC, een vrijwilligersorganisatie van en voor laaggeletterden.

In Amsterdam wonen veel mensen met een taalachterstand. Zij beheersen de Nederlandse taal niet goed. Of ze hebben moeite met lezen en schrijven. Bijvoorbeeld omdat ze uit een ander land komen. Of omdat ze het nooit goed geleerd hebben. Een formulier invullen of een bijsluiter lezen is dan lastig. Een ingewikkeld gesprek voeren met een arts ook. Wil Ruisendaal weet hoe dat is. Of liever gezegd: ze weet hoe dat was.

Meisje van Verkade

Na de lagere school ging Wil op 14-jarige leeftijd werken. “Dat mocht toen nog”, zegt ze. “38 jaar lang heb ik daar gewerkt. Bij Verkade. Machinewerk en inpakken.” Verder leren hoefde niet. “Dat was niet nodig. Alle ingewikkelde dingen, zoals de belasting, deed mijn vader.” Maar na bijna 40 jaar werken, kwam Wil na een ‘akkefietje’ thuis te zitten. “En toen kreeg ik op een gegeven moment een brief van de gemeente. Dat ik een inburgeringscursus moest doen. Ik dacht: inburgeringscursus? Ik ben toch Hollander? Maar dat was omdat ik al 9 jaar thuis zat.” Die cursus bleek een zegen. Drie jaar lang ging Wil naar school en kreeg zij taallessen. “Ik heb die kans met beide handen aangepakt. Als je nu ziet wat ik allemaal kan!”

Folders in alle talen

Nu is Wil onder andere ambassadeur voor de stichting ABC. Als ambassadeur zet zij zich in voor andere laaggeletterden. Wil is er duidelijk in: “Iedereen moet naar school en de taal leren. Want de assistent en de dokter helpen je wel altijd goed. Daar ben ik heel blij mee. Maar je wilt het zelf kunnen begrijpen. Dus je moet het aanpakken en je moet je er niet voor schamen.” Voor Wil kwamen de lessen goed van pas. Door meerdere operaties aan haar knie ging ze ziekenhuis in en ziekenhuis uit. Ook zat ze bijna een jaar in een revalidatiecentrum. Gesprekken met de arts waren makkelijker dankzij de lessen. Toch vindt Wil ook dat zorgverleners hun best moeten doen om begrijpelijk te communiceren. “Eline van de stichting vroeg aan mij: wat zou jij nou nog willen Wil? Ik zei: ze moeten al die folders in de eigen taal van de mensen maken. En dat is uitgekomen. Laatst zag ik bij de fysiotherapeut zo’n heel rek met folders. In het Turks, Marokkaans, enzovoorts. Daar hebben wij voor gezorgd. Dat geeft een goed gevoel.”

Testen op begrijpelijkheid

Folders in verschillende talen zijn belangrijk. Maar ook mensen van Nederlandse afkomst moeten alles kunnen begrijpen. Grotere letters, korte zinnen en duidelijke plaatjes helpen daarbij. Ook hier helpt Wil bij. Voor organisaties test zij nieuw voorlichtingsmateriaal. “Bijvoorbeeld laatst voor borstonderzoek. Dan sturen ze een linkje en moeten we de plaatjes en de tekst bekijken. Of het wel begrijpelijk is.” Ook websites mogen anders volgens Wil. “Want niet iedereen snapt websites. Dat is best moeilijk. Ik snap soms zelf ook al die informatie die erop staat niet.”

Ipad

Het is niet zo dat Wil na drie jaar leren ineens een boekenwurm is geworden. “M’n vriendin van de cursus wel. Die leest alles.” Wil zingt liever bij haar twee koren. Het nieuws haalt ze van internet. “Van Google. Maar ik zit niet dagelijks op de computer. Wel heb ik nu een nieuwe Ipad. Die is groter. Dat is fijner met die grote letters.”

Begrijpelijke taal in Amsterdam UMC Amsterdam UMC is er voor iedereen. Elke patiënt en bezoeker moet zich er welkom voelen. En iedereen moet de informatie begrijpen. Ook mensen die de Nederlandse taal niet goed beheersen. En mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. Dat is ons streven. Maar voor het zover is, is er is nog veel werk aan de winkel. Daarom besteden we intern veel aandacht aan dit onderwerp. Zo krijgen onze medewerkers les in begrijpelijk communiceren. Gelukkig is er steeds meer begrip en aandacht voor eenvoudig taalgebruik. Heb je tips om de taal van het Amsterdam UMC eenvoudiger te maken? Mail dan naar taalpunt@amsterdamumc.nl.